In deze longread vertelt Bill Banning van een project over de ‘levensbeschouwelijke achtergrond van alledaagse verschijnselen’. Op eigentijdse wijze laat hij leerlingen ontdekken dat levensbeschouwing en veel van de maatschappij zoals wij haar kennen onlosmakelijk vervlochten zijn. Met de vraag: “Wat hebben Mantelzorg, het Doven-Instituut, FC Utrecht en twee universiteiten met elkaar te maken?” brengt hij leerlingen op het spoor van Sint Maarten. Hij geeft tekst en uitleg over de opbouw van zijn lessen, maar laat ook vooral zijn leerlingen aan het woord. Wat leren zij van dit project?

Leestijd: ca. 20 minuten


1. Sint Maarten als onuitputtelijke inspiratiebron

Op ons d’Oultremontcollege (Drunen) bespreken de derdeklassers ieder jaar de levensbeschouwelijke achtergronden van hedendaagse verschijnselen. De hoofdvraag hierbij is: wat hebben mantelzorg, het Doven-Instituut, FC Utrecht en twee universiteiten met elkaar te maken? Eerlijk gezegd wist ik dat ook niet op die leeftijd, weet u het misschien?

Wat hebben Mantelzorg, het Doven-Instituut, FC Utrecht en twee universiteiten met elkaar te maken?

Dat is de vraag die leerlingen tijdens deze lessenreeks beantwoorden.

De doel van dit project is tweeërlei. Enerzijds beogen we hiermee om leerlingen inzicht te geven in een aantal inspiratiebronnen die aan de grondslag liggen van onze samenleving. Anders hopen we leerlingen ook uit te dagen om ook zelf actief bij te dragen aan het goed functioneren van onze samenleving.

Als motto geef ik graag de volgende mening van een moslim-leerling:

Hz. Isa (Jezus) heeft gezegd: “Heb je vijanden lief. Bidt voor hen die jou vervolgen. Ik denk dat hij daarmee bedoeld dat je je vijanden respect en liefde moet geven en dat je ervoor moet zorgen dat het je vijanden niet meer worden.” In de Islam wordt er gezegd: “Man jaa bialhasanati falahu khayrun minha waman jaa bialssayyi-ati fala yujza allatheena AAamiloo alssayyi-ati illa ma kanoo yaAAmaloona”. Daarmee wordt gezegd, dat wie goede dingen doet ook goede dingen terug kan verwachten en wie slechte dingen doet slechte dingen kan terug verwachten. (Mustafa B., havo 3). 

Werkwijze

De werkwijze in dit digitale coronatijdperk was als volgt. Leerlingen kregen gedurende een viertal lessen steeds een korte uitleg en vervolgens informatie over achtereenvolgens: de Barmhartige Samaritaan, Sint Maarten, Martinus van Beek en het Doveninstituut (en de overige doveninstituten die eind 18de en begin 19de eeuw zijn opgezet vanuit protestantse hoek), Martinus Cobbenhagen en dr. Moller (OMO en Tilburg University) en meer eigentijds: Moeder Teresa en Maarten van der Weijden. Ook kwam hierbij het seculariseringsproces ter sprake: katholieke en protestantse doveninstituten fuseerden via allerlei tussenstappen tot het huidige KENTALIS.

2. Overzicht van de lessen

Geharde Romeinse soldaat Maarten kreeg medelijden

De gemeenschappelijke noemer is Sint Maarten oftewel de heilige Martinus. Net als zijn collega Nicolaas was hij bisschop in de vierde eeuw na Christus. Heel anders dan Nico was hij eerst een soldaat in het Romeinse leger oftewel een ‘killer’ waarmee niet te spotten viel. In het Franse Amiens kwam hij als koerier op een koude winterdag een bedelaar tegen die hem om hulp smeekte. Martinus was woest, wat moest hij met zo’n vieze bedelaar?! Hij pakte zijn zwaard om hem mores te leren, de bedelaar kromp ineen. Maar ineens voelde Martinus de intense kou en kreeg hij voor het eerst van zijn leven medelijden. Hij pakte zijn kostbare soldatenmantel en sloeg die middendoor. De halve mantel gaf hij aan de verbouwereerde bedelaar. Kortom, de mantelzorg was geboren. Mantelzorg is uit pure vrijgevigheid iets van jezelf geven voor een ander die op de een of andere manier hulp nodig heeft.

Later werd deze ruige soldaat monnik en weer later bisschop. Door zijn liefdadigheid raakte hij wijd en zijd bekend. Na zijn dood werd het al gauw Sint Maarten, want dit was heilige, iemand die héél maakt (op zijn mantel na dan). Ontelbaar veel plaatsen, gebouwen en organisaties zijn naar hem genoemd, denk bijv. aan Sint Maartensdijk en aan de vele mensen die Mart, Maarten, Martijn, Maartje, Martina of Martine heten. En in Frankrijk stikt het van de Saint Martin-dit-en-dat.

FC Utrecht en universiteiten?

Wie kent niet het shirt van FC Utrecht met het half wit – half rode shirt, diagonaal verdeeld? Dit shirt verwijst naar de rode kleur van de mantel en naar de witte kleur van het onderkleed van de soldaat Martinus, die tevoorschijn kwam toen hij de helft van zijn mantel had afgestaan aan een bedelaar.

De universiteit van Utrecht heeft Martinus als patroon en beschermheilige. In het logo staat hetzelfde symbool centraal als bij FC Utrecht. Met daarom heen een zonnekrans met de spreuk: Illustra nos Sol iustitiae,  Verlicht ons, Zon der gerechtigheid (Christus).

De universiteit van Tilburg is opgericht door priester Martinus Cobbenhagen. Zijn bisschop stuurde hem als kersverse priester naar Rotterdam om economie te studeren, want de Brabantse jeugd moest – met OMO als basisopleiding – verder kunnen studeren. Zo richtte hij de Economische Hogeschool in Tilburg op die uitgroeide tot universiteit. Bovendien voerde deze Martinus de ethiek als onderdeel van de wetenschap economie in om rechtvaardigheid te bevorderen. Zeer eervol is het dat de grootste zaal van deze uni naar hem vernoemd is: het Cobbenhagen Auditorium.

Het Doven-Instituut te Sint-Michielsgestel

Alhoewel de huidige naam KENTALIS in niets aan de oorsprong doet denken (volgens veel leerlingen jammer en ten onrechte), is de zorg voor doven in 1840 opgericht door jawel, weer een Martinus, nl. priester Martinus van Beek. In Gemert had hij onder zijn parochianen een paar dove kinderen voor wie niets gedaan werd. Toen heeft hij een doventaal ontwikkeld om met hen te communiceren en om deze mensen kansen op een menswaardig leven te bieden. Sinds kort staat de doventaal weer volop in de belangstelling. Martinus van Beek is dan ook geëerd met een standbeeld, geschonken door zijn dankbare oud-leerlingen.

Het standbeeld werd in 2002 als rijksmonument in het Monumentenregister opgenomen, vanwege de “cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van de ontwikkeling van de door voornamelijk religieuzen geleide gezondheidszorg in het zuiden van Nederland rond 1900.”

Beeldhouwer Van Bokhoven baseerde zijn ontwerp op het beeld dat de doofstomme, Franse beeldhouwer Félix Martin in 1877 maakte van priester Charles-Michel de L’Épée, die eveneens les gaf aan doven. Het beeld van Félix Martin (hé, weer een Maarten) beeld is geplaatst voor het doofstommeninstituut in Parijs (heel bijzonder, want de Fransen houden niet van publiekelijk vertoon van het religieuze in het strikt gelaïciseerde = niet-openlijk godsdienstige Frankrijk).

3. Meningen van leerlingen

Meningen van leerlingen over verhaal van Martinus van Tours

“Wat een rotlui, dacht Martinus. Ze zitten de hele dag maar te niksen en dan willen ze nog geld ook.”

Ik kan deze zin van twee kanten bekijken. Martinus heeft ergens ver weg wel gelijk dat de mensen zonder geld of woning vaak niet zo veel doen, maar wát ze doen is alles wat ze kúnnen doen. Ik vind het zeker geen rotlui. Niemand is rot. Iedereen heeft evenveel waarde, ook bedelaars. Ze mogen dan misschien wel wat minder geld hebben en geen kleding of woning, maar dat betekent niet dat ze minder waard zijn. Het om geld vragen lijkt misschien gulzig, maar je hoeft, als je geld geeft, niet meteen een heel fortuin weg te geven. Een muntje van 50 cent of een euromunt is voor deze mensen al enorm veel waard. Want, zoals mijn moeder altijd zegt: ‘Wie ’t kleine niet eert, is ’t grote niet weerd’.

“Maar terwijl Martinus die bedelaar aankeek, gebeurde er iets geks.

Deze zin is eigenlijk wel bijzonder. Martinus had nog nooit medelijden gehad met iemand, dit was de eerste keer. Hij beschreef het als ‘gek’, hij wist gewoon niet wat het overkwam. Vreemd eigenlijk, dat je nog nooit medelijden hebt gevoelt. Dat je je nog nooit slecht hebt gevoeld voor een ander, of verdrietig, nog nooit! Hij heeft zich nog nooit anders gevoelt voor iemand anders. Gek eigenlijk. Het zit bij ons allemaal (meestal) zo in ons systeem. Ik vind het mooi dat Marinus medelijden kreeg met deze arme, eenzame bedelaar. Het geeft toch weer waarom wij er voor elkaar zijn in deze doodsenge wereld.

“Martinus voelde hoe de koude wind zijn gezicht bijna deed bevriezen.”

In deze zin merk ik dat Martinus zich realiseert wat deze man meemaakt. Hij heeft dan ook wel een reis gemaakt van 2 dagen, maar deze man zit misschien al jaren op de vloer in de verschrikkelijke leefomstandigheden te wachten op voedsel. Ik vind dat deze schakeling van Martinus van zichzelf naar anderen erg mooi is om te lezen.

“Zou die soldaat hem vermoorden?”

Ik weet eigenlijk niet waarom, maar deze zin vind ik bijna angstaanjagend. Het raakt me gewoon. Ik zou me zo verschrikkelijk hopeloos voelen als ik een bedelaar was, wachtend op centen om ook maar een kwart van een brood te kunnen betalen, die voor haar ogen een soldaat met een lang zwaard zou zien zwaaien. Ik voel me gewoon slecht voor deze bedelaar.

“Martinus hakte met zijn zwaard zijn soldaten-mantel middendoor.’’

Deze zin laat het verhaal op zijn plek vallen. Dat een soldaat zijn eigen mantel tegen de kou zomaar zou mollen, klinkt gek. Ik, persoonlijk, vind het erg dapper van Martinus. Zodra hij medelijden voelt, doet hij er meteen wat aan. Hij doet wat hij kan. Ik vind dat prachtig.

“Hier, pak aan, ik heb geen geld of eten bij me, maar hopelijk helpt dit tegen de kou.”

Wauw, dit is weer een prachtige zin. Als je geen geld bij je hebt, betekent dat niet dat je helemaal niks kan doen. Probeer om er altijd voor anderen te zijn, net als Martinus. Zelfs als je het zelf niet zo breed hebt, net als Martinus op zijn reis, kun je altijd delen wat je hebt. Waardeer elkaar. Ben er voor elkaar.

Ik vind dat Martinus dit heel goed heeft gedaan ondanks dat hij het eigenlijk eerst niet wilde, maar toch heeft gedaan. Ik zou dit zelf ook hebben gedaan, ik houd van mensen helpen en ik vind het dan ook fijn om te zien als ik mensen dan vooruit zie gaan als ik hun heb geholpen. Eigenlijk is deze daad van Martinus een soort voorbeeld van voor elkaar opkomen, ik vind dat heel knap als mensen voor elkaar opkomen want dat doe je niet zomaar. Hierdoor riskeer je wel bepaalde dingen zoals een ruzie of een gevecht zou er zo maar uit kunnen voort komen. Ik heb echt respect voor de mensen die voor andere mensen durven op te komen want veel mensen vinden dit niet erg gemakkelijk omdat ze zelf dan bang zijn om ook gepest te worden of wat dan ook maar er is ook een klein deel mensen die wel heel gemakkelijk voor elkaar kan opkomen en die het niet uitmaakt wat andere mensen van hun denken. Zo hoort het eigenlijk te zijn in Nederland er hoort geen racisme te zijn of discriminatie, ik vind dat zo. Stop met mensen over elkaar gaan oordelen ook al weten ze niet het echte verhaal of vinden te het stom wat die gene doet. 

“De poortwachter zag dit alles en dacht bij zichzelf: Die koerier is hartstikke gek, dat hij zijn officiële soldaten-mantel molt en weggeeft.”

Dit klinkt, als ik er over nadenk, eigenlijk absurd. Ik snap wel dat je even verbaasd zou zijn als iemand ineens zijn soldaten-mantel zou mollen en zou weggeven aan een vreemde, maar toch. Deze bedelaar had overduidelijk iets nodig om te overleven. Alle kleine beetjes helpen. Die poortwachter zou moeten denken: ‘Goh, wat aardig van deze vriendelijke man. Hij doet goed.’ Martinus had de mantel niet eens hoog nodig, de bedelaar wel. De openhartigheid van Martinus is geweldig, de poortwachter kan daar nog een beetje aan werken. Diep van binnen is ook hij, net als iedereen, een goed mens.

“Opeens voelde Martinus medelijden met de bede­laar. Die had het ook gruwelijk koud. Daar had hij nog nooit bij stilge­staan. Voor het eerst van zijn leven, kon Martinus zich inleven in een bedelaar.”

Ik vind dit heel goed, Martinus begint zich in te leven in andere mensen. Hij begint te in te zien hoe het met andere mensen gaat en dat de bedelaar het net zo koud heeft als hij. Er is dus niet veel verschil tussen hen behalve wat ze hebben en kunnen doen. Ze hebben allebei even veel honger en hebben het allebei even koud. Martinus staat eindelijk stil bij de feiten en begint het in te zien en te begrijpen. Ik vind dit heel goed, want toen ik net begon te lezen vond ik Martinus maar gemeen en disrespectvol, maar uiteindelijk is hij toch bij zinnen aan het komen en dat is super goed en net op tijd om de man te kunnen helpen. Ook vind ik het goed dat Martinus zich voor de eerste keer in een ander in leeft, het is nooit te laat om dingen in te zien en om andere mensen te helpen.

“Martinus hakte met zijn zwaard zijn soldaten­mantel middendoor. Eén helft wierp hij naar de bedelaar. Hier, pak aan, ik heb geen geld of eten bij me, maar hopelijk helpt dit tegen de kou.”

Dit vind ik super goed en heel mooi. Ook al heeft Martinus bijna niets bij zich, toch probeert hij de man te helpen met wat hij wel heeft. Ik hoop dat Martinus goed blijft doen, want dan krijgt hij het ook terug wanneer hij het nodig heeft, wie goed doet goed ontmoet. Martinus heeft zijn goede kant laten zien wat heel goed is. Ik vind dat het verhaal toch beter is, want toen ik het net las vond ik Martinus geen goed persoon, maar nu wel. Nu zie ik dat hij goedheid met zich mee draagt, het duurde alleen wat langer om dat naar buiten te laten komen.

Het bijzondere hieraan is, is dat je je aanpast aan de situatie. Hij heeft namelijk geen geld of eten bij zich, maar toch bedenkt hij iets wat hij aan de bedelaar kan schenken, waardoor hij net wat makkelijk kan overleven. Dat vind ik wel heel knap en moedig. Zeker omdat hij natuurlijk ook al zijn vooroordeel heeft veranderd. Hij kan dan bij zo’n moment namelijk ook denken: ik heb niks bij me wat ik kan schenken, dus dan laat ik het hierbij. Ik heb tenslotte wel geprobeerd iets te geven. Maar dat denkt hij niet, hij blijft zoeken naar andere opties. Dit vind ik erg knap.

“Beste Martinus, die bedelaar, dat was ik. Mij heb je geholpen, zonder dat je het wist. En ik wou je daarvoor bedanken, want alles wat je voor een arm mens doet, dat doe je voor mij, dat doe je voor God.”

Ik vind dit een van de mooiste zinnen uit het verhaal van Martinus de soldaat/bisschop. Jezus bedankt Martinus voor wat hij had gedaan voor de bedelaar. Martinus had twee opties of de bedelaar helpen of hem een schop geven en hem wegsturen. Hij heeft voor de goede optie gekozen. En ik vind het mooi dat hij daardoor ook een bedankje kreeg van Jezus zelf in zijn droom.

Dit is het antwoord van Jezus toen Martinus boos werd, omdat de mantel van de bedelaar was ‘afgepakt’. Ik vind dit een mooi antwoord, want het is zo, alles wat je voor een ander doet doe je voor God en Jezus. Die zullen altijd je goeden daden zien en je bedanken. Het was een pure daad van Martinus, want hij wist niet dat het Jezus was, maar toch hielp Martinus de man uit de goedheid van zijn hart. Ik vind dit heel goed. Ook vind ik het antwoord van Jezus mooi, het is heel oprecht en er zit heel veel goedheid in. Persoonlijk geloof ik niet in Jezus en God, maar ik vind het altijd wel interessant en mooi om zulke dingen te lezen.

“Maar de bedelaars, armen, zieken en eenzamen bleven altijd welkom bij hem.”

Dit vind ik echt een levensles. Leer van je fouten. Het is geweldig hoe Martinus zijn kijk op de mensheid zo veranderde van ‘niet belangrijk’ naar ‘enorm waardevol’. Het lijkt me geweldig om altijd bij iemand terecht te kunnen die er voor je is, aan je denkt en om je geeft.

“Nadat hij zijn dienstperiode in het leger had afgemaakt, besloot hij om zijn leven te wijden aan God : door als monnik te gaan leven, en door de armen te helpen.”

Mening 8: Dit is natuurlijk prachtig om te zien! Zeker als je je bedenkt dat het allemaal begon bij een vooroordeel. Dat is zo uitgegroeid naar een andere levensstijl. Dat ene moment heeft ook voor een hele andere toekomst gezorgd. Zonder dat moment met de bedelaar, Jezus dus, was Martinus waarschijnlijk nooit een monnik geworden, omdat hij ook niet veel met zijn geloof deed. De belangrijke boodschap uit dit verhaal vind ik dat je dus moet oppassen met oordelen over mensen die je eigenlijk helemaal niet kent. En als je oordeelt, sta dan wel open voor verandering.

“Maar de bedelaars, armen, zieken en eenzamen bleven altijd welkom bij hem.”

Dit vind ik echt fantastisch! Dat je je eigen levenservaringen meeneemt in hoe je je later gedraagt, denkt en voelt. Martinus heeft namelijk zijn ervaring met de bedelaar meegenomen in zijn latere leven, door bedelaars altijd te verwelkomen. Dit vind ik echt super mooi, want zo blijkt dus hij heeft geleerd van de gebeurtennissen in z’n leven.

“Na zijn dood werd hij door iedereen geëerd.”

Dit vind ik een heel mooi gebaar. Dat iemand die zo van z’n leven heeft geleerd en ook daarna zulke mooie dingen heeft gedaan voor bedelaars, nog zo wordt gewaardeerd. Dat er ook zelfs een dag naar hem is vernoemd is natuurlijk ook super prachtig!

Slotmening over hele verhaal

Ik vind het verhaal van Martinus een heel mooi verhaal. Vooral de boodschap achter dit verhaal. Hij had medelijden met de bedelaar en hij ging de situatie anders bekijken (met een ander perspectief). Ik vind het heel goed dat hij zijn mantel uiteindelijk heeft gedeeld met de bedelaar. wie goed doet, goed ontmoet. Zo gaat het in het leven als je goede dingen doet voor mensen krijg je meestal ook goede/positieve dingen terug. Ik vind dat Martinus een hele goede les heeft geleerd in dit verhaal. In plaats van dat hij zich hoger ging gedragen dan dat hij eigenlijk is deelde hij zijn mantel met de dakloze man. Iedereen is gelijk en heeft gelijke kansen nodig in het leven, dat heeft Martinus ook met dit verhaal bewezen. Het maakt niet uit hoe je er uit ziet, wat je geloof is, of je van adel bent of juist een normale burger, arm, rijk, lang, dik of dun. Iedereen is gelijk en moet de juiste kansen krijgen vind ik.

Drie meningen over Martinus van Beek, oprichter van het Doveninstituut (leerlingen mavo-3)

Voor 1828 werden doven niet goed behandeld, ze werden zelfs mishandeld en in kelders gegooid. Ook werden ze  soms ‘gedumpt’ in bossen. Ik vind dit dus mega oneerlijk en totaal niet nodig. Ik vind ook dat ze veel eerder een poging hadden moeten doen om met deze mensen te communiceren, want het is al moeilijk genoeg voor de doven en om ze dan ook nog eens zo te behandelen vind ik erg ongepast. De mensen die de doven zo hebben behandeld hebben gewoon geen respect. Ze zouden zich een moeten inleven hoe zij het zouden vinden als ze doof waren. Je hebt geen moedertaal meegekregen, dus denken in een taal is al haast onmogelijk. Daarom had priester Martinus van Beek dus het sleeptouw genomen en geprobeerd een taal te maken en die taal wordt dagelijks nog steeds gebruikt. Ik vind dit heel knap van Martinus dat hij de eerste was die de dove mensen ook echt ging helpen voor de rest van hun leven en nog gratis, ook dat is mega gul. Daar zouden veel mensen een voorbeeld aan kunnen nemen, want iedereen wil tegenwoordig van alles een business model maken. Ook besef ik nu pas hoe megaveel we deze taal nodig hebben / gebruiken. Bijvoorbeeld met de persconferenties kunnen we niet zonder. Ik heb dus eigenlijk alleen maar respect en door hem hebben de doven een zoveel leuker leven.

Ik vind het mooi dat pastoor Martinus van Beek les begon te geven aan doven. Doordat deze mensen doof waren, konden ze ook niet praten, waardoor mensen dachten dat ze gek waren. Sommige van deze mensen waren misschien wel heel intelligent, maar doordat ze niet konden praten of schrijven konden ze dat niet laten zien. Martinus deed dit werk na zijn werk waar hij geld mee verdiende omdat hij met het helpen van de doofstommen niets verdiende. Het instituut groeide en er kwamen steeds meer doofstommen. Martinus deed bijna alles alleen. Hij zocht zelfs pleeggezinnen voor de leerlingen omdat die niet elke dag naar huis konden. Omdat het zo druk werd moest hij zijn baan, waar hij geld mee verdiende, opzeggen en daardoor had hij geen inkomen meer. Hij werd niet geholpen met geld en moest geld gaan lenen. Hij leende zo veel dat hij in geldproblemen kwam. Ook kwamen er steeds meer leerlingen en had hij te weinig ruimte. Toen hij zei dat hij wilde stoppen kwam het toch goed want er kwam een groter gebouw en er kwamen rijke gelovigen die geld gaven voor het onderwijs. Martinus heeft ook in België een instituut voor doofstommen opgezet en wilde dat ook in Amerika doen, maar dat is niet gelukt.

Ik vind het mooi dat Martinus van Beek tot zijn dood deze mensen heeft geholpen, ik weet zeker dat God enorm trots op hem was. Hij heeft eerst de gebarentaal in Nederland ingevoerd en later is hij ook nog doofstommen gaan helpen die in de samenleving in de problemen kwamen. Ik vind het erg knap wat Martinus heeft bereikt, want de doventolk wordt nu nog steeds gebruikt. Een mooi voorbeeld daarvan is met de persconferentie. Hier zijn ook mensen aanwezig die gebarentaal spreken. Hierdoor weten de dove mensen ook wat de nieuwe regels zijn en hoe het nu gaat met de besmettingen.

Zich ontwikkelende inzet voor de samenleving – reacties van leerlingen

Het gaat in deze lessen over pro Deo werkers. Ik vind ALLE pro Deo werkers fantastisch. Ze doen iets goeds voor andere mensen, maar verdienen er (in geld) zelf niets aan. Helaas zijn dit er niet veel, maar degene die er zijn, moeten gerespecteerd worden. Hier staat gelovige mensen, maar er zijn ook pro Deo werkers die niet (heel erg) gelovig zijn.

Ik vind het heel goed dat uit religieuze redenen veel organisaties zijn opgericht vooral, omdat veel religieuze mensen dit doen uit liefde voor God, goed zorgen voor de mensheid en respect hebben. Ik hoop vooral dat in de komende jaren geen mensen meer worden buitengesloten en dat we allemaal gelijk behandeld worden, met gelijke rechten.

Je moet altijd, medeleven, respect, acceptatie en eerbied hebben voor de ander. Ik vind het ook goed dat ze dan voor alle jonge mensen universiteiten maken, zodat iedereen een goede studie krijgt en dus een goede baan heeft, daarbij ook dat ze zich voelen gewaardeerd.

Dit stukje vind ik een beetje lastig om te lezen, volgens mij gaat dit over mensen die sommige dingen ook achter laten en niets mee doen. Ik denk dat je bijvoorbeeld net als met een telefoon, dat het heel mooi was en super populair, want zo kon je elkaar bereiken zonder naar elkaar toe te moeten gaan. Dit is steeds geüpgraded. Dit betekent dat het steeds mooier en nieuwer is. Dit is natuurlijk oneerlijk voor de oude telefoons, want die waren super populair en mooi. De nieuwe telefoon die we nu hebben is natuurlijk veel fijner, maar niemand gebruikt meer die oude telefoon.

De waarden medeleven en rechtvaardigheid woorden ‘gestopt’ in scholen, bejaardenhuizen, verzorgingshuizen en nog meer. Veel van deze dingen zijn uit religieuze waarden opgebouwd, dit is om god te aanbidden. Te bedanken voor wat hij heeft gedaan. Hij heeft ons geïnspireerd en gecreëerd. Wij willen dat aan jonge mensen meegeven op scholen, universiteiten enz.

Het is goed als we iedereen wat liefde geven ook al vinden we hier iedereen even aardig maar als we iedereen helpen. Kun je iemand met een klein complimentje al blij maken. Ik vindt ook dat wij meer met elkaar moeten delen. Zodat iedereen ongeveer hetzelfde heeft. En we moeten zorgen dat iedereen gezond kan leven. Dus we moeten delen.

Ik denk dat we allemaal dankbaar moeten zijn aan God voor deze mooie aarde, we moeten dankbaar zijn voor alles wat die ons geeft. De hele aarde is van ons ALLEMAAL, dus waarom delen we niet alles? De liefde is ook erg belangrijk. Waarom zijn we niet allemaal vrienden? We zijn allemaal op deze aarde geplaats voor een reden, wees lief voor elkaar. Dit zijn 2 hele grote krachten vind ik die ons een beter en gelukkiger persoon maken.

Voor alles heb je een inspiratie nodig. Je moet weten wat je moet doen en hoe je dat moet doen. Meestal weet je dat door wat de inspiratie ervoor is. De inspiratie hoeft niet religieus te zijn. Als je als inspiratie iets religieus hebt is dat prima. Maar als je iets niet religieus als inspiratie hebt is dat ook prima. Als je maar inspiratie eruit krijgt om wat te doen.

Ik vind dat hier een mooi statement gemaakt wordt. Ik heb nog niet eerder in dit opzicht hiernaar gekeken, maar ik denk dat er altijd een voorbeeldfunctie en een verlosser zal blijven ontstaan hoe slecht de situatie ook zal zijn. Ik denk dat er elke dag nog steeds zulke mooie daden worden begaan dat er een boek over geschreven kan worden elke dag. Helaas zijn er ook te veel slechte voorbeelden.

Ik vind het mooi dat ze liefde delen met iedereen, zelfs met hun vijanden. Je zal namelijk denken dat de meeste mensen geen liefde of ook maar iets willen delen met vijanden. Dat je liefde hebt voor je vrienden is logisch omdat ze anders niet je vrienden zijn. Ook is dat je liefde hebt voor je familie hebt ook in de meeste gevallen logisch omdat je opgroeit (meestal) bij je familie.

Ik vind dat de wereld geen geschenk is van god want ik geloof dat er geen god is en dat de wereld is ontstaan door wetenschap en niet door geloof. Wel vind ik liefde voor je familie en vrienden belangrijk, maar voor je vijanden niet want bijvoorbeeld als je vijand iets vreselijks bij jou heeft gedaan, waarom zou je dan nog respect voor ze hebben.

Je komt niet ver zonder liefde, iedereen heeft liefde nodig. Daarom is het de basis van de raket. Je hebt liefde nodig om te bouwen, om te falen, om te leren, om te rouwen. Zo veel dingen die makkelijker zijn met liefde, die bijna onmogelijk zijn zonder liefde. Dat is een geschenk van god en die hebben wij gekregen om te delen.

Ik vind dit heel mooi beschreven en ben het hier ook mee een. Ik kan mij plaatsen in wat hier gezegd wordt. Ik vind dat je naar deze zinnen/ regels zou moeten leven. Ook als je geen christelijke achtergrond hebt, lijkt het mij mooi als je zo leeft, want de wereld; de banden onderling met mensen, zouden dan denk ik een stuk mooier zijn, misschien ook wel meer vrede.

Elkaar helpen, respecteren en accepteren is dus heel belangrijp, als dit niet gebeurt zal het al snel fout gaan, zullen meer mensen zich alleen en onbegrepen voelen. Dit wil niemand natuurlijk. De waarden als medeleven en rechtvaardigheid worden geconcretiseerd in het stichten en behouden van goede scholen, universiteiten en zorg instellingen. Hierbij doen mensen iets goeds voor anderen, door ze goede zorg te bieden, goede studies enz. Ik vind dit heel goed. Eigenlijk helpt iedereen elkaar, alleen dan niet altijd op de directe manier. Ook is het lastig dat mensen dit niet altijd zien, dat ze met heel veel dingen geholpen worden. Eigenlijk zou iedereen eens in de zoveel tijd even stil moeten staan en kijken naar wat ze allemaal hebben, hoe goed ze eigenlijk geholpen worden en nog iets dankbaarder zijn voor alles.

Het gaat eigenlijk over liefde, over het geschenk om lief te kunnen hebben. De liefde die je kunt geven is de energiebron om goed te leven als mens. Ik vind dat liefde iets moois is, het is een krachtbron en nog veel meer. Je zal niet iedereen die je ontmoet aardig vinden en dat is oké, maar wat je wel moet doen is deze mensen met respect behandelen en ze helpen als ze je hulp nodig hebben. Liefde is zo iets moois, je geeft er mensen kracht door om door te gaan, je geeft mensen hoop en licht. Zonder liefde is de wereld eigenlijk alleen maar duisternis en pijn zonder licht. Heb mensen lief zoals je zelf geliefd zou willen zijn en dan komt het vanzelf bij je terug. Geef mensen de steun en hoop die jij zelf zo hard nodig hebt en het komt uiteindelijk terug. Eigenlijk werkt goedheid als een boemerang, wat je aan mensen geeft komt terug. Als nou iedereen elkaar iets meer liefde geeft dan normaal, dan wordt de wereld een stuk mooier en meer gevuld met licht en hoop. Laten we allemaal de boosheid en de pijn opzij zetten en plaats maken voor liefde, goedheid, hoop en kracht.

Als je liefde geeft aan je familie en vrienden dan krijgen hun meer energie en meer wil in het leven. Er is een enorm grote kans dat jij die liefde met je meekrijgt, daarom zeggen ze ook ‘’geven is beter dan nemen’’. Maar het is niet zo dat je alleen liefde moet geven aan de mensen die je mag(familie en vrienden, je moet ook liefde geven aan je ‘’vijanden’’. Je moet ze liefden geven omdat dat wel de reden kan zijn dat jullie vijanden zijn. Misschien kan hij wel ooit op een dag je beste vriend worden of hij kan jou liefde geven in de tijden waar je het heel hard nodig hebt. Het is het proberen waard want ook al geeft/doet hij niets terug, jij hebt tenminste laten zien dat je vrede wilt en dat jij de volwassenen bent.

Hz. Isa (Jezus) heeft gezegd: ‘’Heb je vijanden lief. Bidt voor hen die jou vervolgen. Ik denk dat hij daarmee bedoeld dat je je vijanden respect en liefde moet geven en dat je ervoor moet zorgen dat het je vijanden niet meer worden. In de Islam wordt er gezegd: ‘’Man jaa bialhasanati falahu khayrun minha waman jaa bialssayyi-ati fala yujza allatheena AAamiloo alssayyi-ati illa ma kanoo yaAAmaloona’’. Daarmee wordt gezegd, dat wie goede dingen doet ook goede dingen terug kan verwachten en wie slechte dingen doet slechte dingen kan terug verwachten.  

Het is goed dat er organisaties bestaan als OMO, omdat als bijvoorbeeld de ene school het moeilijk heeft die geholpen kan worden door de andere scholen en door de instelling. Het is goed om je in te zetten voor andere mensen die het moeilijker hebben dan jou en hulp nodig hebben, zoals de zieken mensen in het ziekhuis en de mensen in het doven instituut. Daarom zijn beroepen in de zorg zulke dankbare beroepen en vind ik het een heel mooi gebaar om terug te doen wat bijvoorbeeld tijdens de eerste lock-down is gebeurd dat heel veel mensen voor het ziekenhuispersoneel gingen klappen. Omdat ze in het ziekenhuis zo zwaar hadden met alle besmettingen en alle corona besmettingen. Zo laten we het ziekenhuis personeel, weer merken hoe dankbaar we zijn dat hun dat werk doen. Woorden mening 135

Ik vind het super goed dat er zo veel mensen zijn die zich inzetten voor de maatschappij. Als deze mensen er niet waren konden nu de mensen niet gevaccineerd worden tegen Corona of verzorgd worden op de IC. Natuurlijk kun je je ook op een andere manier inzetten, want ik vind dat als je voor een goed doel collecteert dat je je dan ook op een mooie manier inzet voor de maatschappij. Want de mensen die bijvoorbeeld collecteren voor een levensgevaarlijke ziekte zijn zich bewust van hun mede mens en de gevolgen die het heeft op de familie van die persoon.

Soms geef je een stuk van jezelf weg zodat anderen dat met zich mee kunnen nemen om een beter mens te worden. De mensen die alles met iedereen delen en hun hele leven God dienen verdienen meer respect vind ik. Maar ik denk ook dat we soms anderen die hun leven spenderen aan ons te helpen meer in het zonnetje moeten zetten. Zeker in deze tijden van Corona werken de mensen in het ziekenhuis met gevaar om zelf besmet te raken. Maar dat doen ze uit liefde voor hun medemens. Zij geven dus letterlijk een deel van hun leven aan ons.

Met veel dank aan al mijn derdeklassers mavo, havo en vwo

Bill Banning